Kwaliteit 'kleine wateren' nog steeds te laag
Geplaatst op 17 november 2022
Tachtig procent van de wateren scoort onvoldoende. Dit beeld is vergelijkbaar met de resultaten van hetzelfde onderzoek in de afgelopen drie jaar en met het beeld uit de officiële waterkwaliteitsmetingen in grote wateren voor de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het ‘Vang de watermonsters’ project is georganiseerd door onder meer Natuur & Milieu, NIOO-KNAW, ASN Bank, Nederlandse Waterschapsbank, Stichting Vivace en zes waterschappen.
In totaal zijn 1680 sloten, vennen en grachten in Nederland door 425 burgerwetenschappers gemeten. Op basis van nametingen concludeert NIOO-KNAW dat de waterkwaliteit van de Nederlandse oppervlaktewateren inmiddels langdurig onder druk staat. Het gevolg is dat ook de biodiversiteit in en rondom de Nederlandse wateren steeds verder in de knel komt. Rob van Tilburg, directeur Programma’s van Natuur & Milieu: “Een versnelling van de aanpak heeft nu de hoogste prioriteit nodig. Wij pleiten voor het slim combineren van oplossingen, die tegelijkertijd stikstof en CO2-uitstoot verminderen, waterkwaliteit verbeteren en bijdragen aan natuurherstel.”
Betere samenwerking
“We zien helaas ook dat de verbetering van de waterkwaliteit te langzaam gaat en dat er een groeiende stroom stoffen op ons afkomt,” zegt Sander Mager, bestuurder bij de Unie van Waterschappen. “De waterschappen hebben de afgelopen jaren veel herstelmaatregelen ín en vlak aan het water genomen zoals aanleggen van bufferzones langs slootranden en natuurvriendelijke oevers. Ook zuiveren we het rioolwater steeds beter en efficiënter. Maar we moeten het probleem nog meer bij de bron aanpakken. Voorkom dat risicovolle stoffen in het water belanden. We zijn daarbij afhankelijk van de medewerking van bedrijven, boeren, ministeries, gemeenten en provincies. Betere samenwerking tussen deze partijen is een belangrijke stap om de waterkwaliteit te verbeteren.”
Aanpakken bronnen van vervuiling
“Er is te weinig aandacht geweest voor de échte oorzaken van slechte waterkwaliteit: het reduceren van de uitstoot van verontreinigende stoffen”, stelt Rob van Tilburg van Natuur & Milieu. “Het onderzoek laat zien dat de waterkwaliteit over de hele linie dik onvoldoende is, ook in recreatie- en natuurgebieden. Als we het aanpakken van de bronnen van deze vervuiling nu niet integraal aanpakken, blijven we met de kraan open dweilen.”
Andere verstoringen
“Planten en dieren in en rond het water krijgen door de aanhoudend slechte water- en oeverkwaliteit geen gelegenheid te herstellen’, zegt Sven Teurlincx, onderzoeker bij NIOO-KNAW. “Opvallend is dat 30% van de onderzochte wateren wel voldoende helder zijn voor plantengroei, maar er weinig planten groeien. Helder water betekent dat de voedingsstoffen in orde zijn, en is in potentie een goede basis voor ecologische ontwikkeling in het water. Dit laat zien dat we ook moeten kijken naar andere verstoringen van het ecologische systeem, zoals bestrijdingsmiddelen, microvervuilers zoals microplastics, medicijn- en drugsresten en onbekende stoffen, en het beheer van de wateren zoals schonen van sloten of maaien van opkomende planten.”
Ecologisch beheer ook gunstig voor watertekort en -overlast
Mike Dijkstra van Hoogheemraadschap van Rijnland benadrukt ook het belang van goed beheer. “Een ander, ecologisch beheer van oevers van sloten en andere watergangen kan een belangrijke stap zijn om de waterkwaliteit te verbeteren. Bij het jaarlijkse onderhoud is het belangrijk om gefaseerd de waterkant met rust te laten zodat de leefomgeving van libellen, insecten en vogels intact blijft. Om dichtgroeien te voorkomen, moet het periodiek onderhoud van sloten met respect voor planten en dieren gebeuren. Ook baggeren is belangrijk. Dit draagt bij aan een betere waterkwaliteit en zorgt ook voor grotere waterberging. Dat werkt ook positief door in tijden van watertekort of wateroverlast.”
Vierde jaar burgeronderzoek
Aan de vierde editie van Vang de Watermonsters deden bijna 4.000 mensen mee door een sloot of ander klein water te nomineren. Een groep van 425 burgerwetenschappers heeft na een instructie van NIOO-KNAW 1680 kleine wateren gemeten. Professionele onderzoekers van het NIOO-KNAW analyseerden de metingen en deden op 135 plekken een validatiemeting.